De kinderen van 5 tot en met 7 jaar worden bij Scouting ‘bevers’ genoemd. Bij de bevers ligt de nadruk op het spelen en leren in de natuur. Ze doen samen met andere kinderen leuke spelletjes in een veilige omgeving. Zo leren ze spelenderwijs samen te werken onder leiding van deskundige vrijwilligers.
Om de week worden we meegenomen door een bewoner van ‘Hotsjietonia’ die ons dingen laat zien, beleven en ervaren. Samen met de bewoners van Hotsetonia en de andere Bevers maak je kennis met de eerste basis vaardigheden van scouting. Dit varieert van lekker buiten spelen in het bos, het bakken van je eigen broodje boven het vuur tot creatief bezig zijn met je handen.
De bevers hebben elke zaterdag opkomst van 14:00-16:00.
De bevers spelen in het thema van het dorp Hotsjietonia en gebruiken hierbij hun fantasie. Dit draagt bij aan de ontwikkeling van de kinderen. In het dorp Hotsjietonia wonen allerlei verschillende mensen, waaronder Stuiter. Stuiter is een bever die dezelfde groei en ontwikkeling doormaakt als de bevers in een groep.
In het dorp Hotsjietonia maken de bevers allerlei avonturen mee en leren ze van alles en nog wat. Ze knutselen en zingen met Keet en Fleur Kleur, ze leren dingen over de natuur bij Bas Bos en Rebbel, ze horen over andere landen bij Sterre en Steven Stroom, komen tot rust bij Noa en gaan koken met Rozemarijn. Ook met Professor Plof en Stanley Stekker is er altijd wat te beleven.
De verschillende activiteitengebieden (verzamelingen van activiteiten die qua onderwerp bij elkaar horen) zorgen ervoor dat er veel variatie in het programma zit en kinderen elke week iets anders doen.De vaardigheden die kinderen bij de bevers opdoen, worden uitgebouwd bij de welpen zodat kinderen zich continu blijven ontwikkelen. Dit wordt bij Scouting de ‘doorlopende leerlijn’ genoemd.