Vleermuis “Mang” nodigt alle welpengroepen van Regio Drenthe Noord uit voor aanstaande zaterdag. Het is Regio Jungledag en de welpen van de JPG gaan naar de gebouwen van de St. George en Zwervers Assen. We openen om 13:30 en de sluiting is om 16:00. Vooraf melden wij ons als groep aan, dus zorg dat je tussen 13:00 en 13:15 aanwezig bent.
Alle welpen zijn welkom en je krijgt een leuke insigne als je mee hebt gedaan aan deze dag!
Waarom zou ik heengaan?
Omdat het ontzettend leuk gaat worden! Veel spelletjes en gezelligheid!
Wat kost het?
Helemaal niks!
Moet ik nog iets meenemen?
Je uniform, das en trui als je die hebt.
Hoe laat?
Tussen 13:30 en 16:00 (13:15 melden wij ons aan)
Waar is het?
Klik hier om de routebeschrijving weer te geven! Parkeren kan aan de Rode Heklaan.
Oefen nog even de opening voor jezelf thuis met het volgende filmpje wat tijdens het zomerkamp is gemaakt van de Welpen Opening
Hieronder kan je het themaverhaal van de Welpen Jungledag lezen. Het themaverhaal is oorspronkelijk gebaseerd op “The Jungle Book” van Joseph Rudyard Kipling. Hoewel er door Scouting Nederland een aantal dieren bij zijn “verzonnen” lijkt het vernieuwde Jungle Boek thema nog wel op het oude thema. Wij als welpenleiding hechten waarde aan tradities en houden het thema graag zoals het ooit samen bedacht is door Kipling en de grondlegger van scouting, Robert Baden Powell.
‘Mang ontdekt’
Het was een lange dag geweest. Mowgli en Shanti lagen op hun rug te kijken naar de invallende duisternis. Naast Baloe. Die had hen van alles verteld over de wetten van de jungle. Maar Mowgli had het gevoel dat hij het meeste alweer vergeten was.
“Baloe,” zei Mowgli, “Wat is het allerbelangrijkste dat je ons geleerd hebt?”
Baloe sloot zijn ogen. “Heb je daar zelf al over nagedacht?” vroeg hij na een tijdje.
Mowgli had geen tijd om erover na te denken, want Mang, de vleermuis, kwam overvliegen.
“Wat liggen jullie daar!” riep Mang. “De avond valt! Dit is de spannendste tijd van de dag en jullie liggen op je rug?”
“Wat is er dan zo spannend?” vroeg Shanti, die half was opgestaan.
“Kom maar mee,” riep Mang. “De nacht staat op het punt te beginnen! De ideale tijd om muggen te vangen. Maar vooral om te zien wat er allemaal gebeurt.” Mang ging in een tak hangen en wiegde zachtjes heen en weer. “Gaan jullie mee?” vroeg hij nog een keer.
“Kom, zei Shanti. “Laten we kijken waar hij het over heeft.”
“Muggen,” zei Mowgli smalend, maar hij kwam toch overeind.
“Ik blijf liggen,” zei Baloe. “Het is inderdaad een mooie tijd van de dag. Om een dutje te doen. Ik zie jullie straks!”
Mang fladderde weg. Mowgli liep rustig achter hem aan.
“Moeten we niet rennen om hem bij te houden?” vroeg Shanti.
“Nee, hoor,” zei Mowgli. “Mang wacht wel. En als hij niet wacht, is hij weg.”
Maar even later zagen ze Mang. Hij was naar de Talaab poel gevlogen en fladderde er kriskras overheen.
“Malchi!” riep Mang naar de vis. “Wat doe je toch steeds in die modderige poel! De nacht begint, tijd voor avontuur!”
“Ben je gek!” zei Malchi. “Wat is er nou te beleven ‘s nachts? Ik zoek een plekje om te slapen.”
“Wat zou je doen als je kon vliegen, net als ik?” vroeg Mang.
“Ik zou die kleine visjes opduiken die steeds wegschieten als ik ze wil grijpen,” zei Malchi. “Gek kan ik daar van worden.”
“Ik laat de visjes de visjes en ga de spanning tegemoet!” riep Mang en hij vloog weg.
Mowgli en Shanti volgden hem. De zon was bijna onder, maar het was nog warm. Muggen zoemden overal.
“Het is maar goed dat Mang en zijn vleermuisvrienden zoveel muggen eten,” zei Shanti. Mowgli knikte. Ze liepen langs de rivier, waar Marala, de flamingo, op één poot stond.
“Wat sta je daar? Je kan toch vliegen?” vroeg Mang.
“Ik kan ook op één poot staan,” zei Marala terug.
“Ik kan aan één poot hangen,” zei Mang. “Maar vliegen is leuker. En daardoor kan ik van alles beleven.”
Marala keek om zich heen, alsof Mang niet bestond, en bleef waar ze was.
Mang vloog verder, met Shanti en Mowgli achter zich aan.
Onder een struik lag Rikki Tikki Tavi, de mangoest, met zijn ogen dicht te neuriën.
“Wat doe jij nou?” vroeg Mang.
Rikki Tikki Tavi deed zijn ogen open en sprong op zijn achterpoten. “Ik probeer te slapen.”
“Je ziet er anders klaarwakker uit,” zei Mang.
“Zo ziet hij er altijd uit,” zei Mowgli zachtjes tegen hem.
“Ik kan niet slapen, dus neurie ik slaapliedjes. Als ik ze zou zingen, moet ik over de tekst nadenken.
En daarvoor is het veel te druk in mijn hoofd. Dus neurie ik ze maar.”
“Ga je mee avonturen beleven?” vroeg Mang.
“Graag!” zei Rikki Tikki Tavi. “Nu?”
“Ja,” zei Mang, “nu. Maar kun je vliegen? Nachtelijke avonturen kun je het beste vliegend beleven.”
“Dan zie je toch niets?” zei Rikki Tikki Tavi verwonderd.
“Ik zie met mijn oren,” zei Mang. “Is dat niet knap? Ik stuur tonen weg en die vang ik weer op, en zo
weet ik hoe ver weg of dichtbij alles is.”
“Je hebt ook enorm grote oren,” zei Rikki Tikki Tavi. Hij keek er ernstig bij.
“En jij kan niet stilzitten,” zei Mang.
“Jij kan niet eens zitten,” zei Rikki Tikki Tavi. “Alleen maar hangen, met die grote oren naar beneden.”
Mang vloog weg. Was hij beledigd?
“Wat heeft iedereen toch?” vroeg Shanti.”Waarom doen ze zo onaardig tegen elkaar?”
“Mang moet ze niet zo uitdagen,” zei Mowgli.
Ze liepen achter Mang aan in de richting van de Nishaani plaats, waar het vuur brandde. Mor, de pauw, zat er zijn veren te poetsen.
“Waarom maak je je veren schoon, als je toch alleen maar gaat slapen?” vroeg Mang. “Ga met me mee, nachtelijke avonturen beleven!”
“Ik word graag schoon wakker in de ochtend,” zei Mor. “Je weet nooit met wie je ineens oog in oog staat.”
“Waarom héb je eigenlijk veren?” vroeg Mang. “Je kunt niet eens vliegen?”
“Van vliegen zouden mijn veren stoffig worden en slijten,” zei Mor. “En ik kan overal komen waar ik heen wil. Ik zie het probleem niet.”
“We zouden naar de Khaali Jagah vlakte kunnen vliegen,” zei Mang.
“Daar durf ik niet dwars overheen, maar wel langs de bomen aan de rand.”
“Waarom durf je daar niet heen?” vroeg Mowgli verbaasd.
“Zonder bomen kaatst mijn geluid niet terug,” zei Mang. “En dan weet ik niet meer waar ik ben.”
“Dat is het voordeel van de dag,” zei Mor. “Je weet altijd waar je bent en iedereen kan je zien.”
“Als ik zo mooi was als jij, was ik het misschien wel met je eens,” zei Mang. “Maar nu het is zoals het is, blijf ik liever ‘s nachts vliegen.”
“Dag Mang,” zei Mor vriendelijk en ze namen afscheid.
Mang vloog het bos in, behendig tussen de bomen door. Hij zag Oe, de schildpad, totaal over het hoofd. Maar Shanti zag hem en groette Oe enthousiast. Mang kwam teruggefladderd.
“Zeg Oe,” vroeg Mang. “Heb jij in je leven wel eens een avontuur beleefd? Al is het er maar een?”
“Zo vaak,” zei Oe.
“Welke dan?”
“Deze maand nog, heb ik een paddenstoel zien groeien,” zei Oe. “Eerst was er alleen maar een draadje, daar kwam een knopje op, en nu is het een mooie paddenstoel. Groter dan ikzelf.”
“En noem je dat spannend?” vroeg Mang. “Als je vleugels had, beleefde je dingen die veel spannender waren.”
“Jij hebt misschien vleugels, maar ik heb de tijd,” zei Oe. “Ik bekijk alles goed en heb nooit haast.
Daardoor zie ik dingen die jij mist. En andersom natuurlijk ook.”
“Geef nou gewoon toe dat je gewoon zou willen vliegen,” zei Mang en zonder op antwoord te wachten, fladderde hij verder het bos in.
“Zullen we terug gaan naar Baloe?” vroeg Shanti. “Het is donker en de nacht is gevaarlijk in de jungle.”
“Voor Mang niet,” zei Mowgli. Maar hij liep mee terug naar Baloe.
“Wat hebben jullie allemaal beleefd met Mang?” vroeg de beer, nadat ze hem wakker hadden gekregen.
“Hij zei tegen iedereen dat ze met hem mee moesten vliegen,” zei Shanti. “Dat gaat natuurlijk helemaal niet.”
“Was hij in zo’n bui,” zei Baloe lachend. “Dat ken ik wel.
“Malchi zei dat hij liever in het water was,” zei Mowgli. “Marala zei dat zij liever op één poot bleef staan. Rikki Tikki Tavi was blij dat hij in ieder geval kon zitten, al kon hij niet lang stilzitten. Mor had alleen aandacht voor zijn veren.” “Hij zei tegen Mang: “Jij kan alleen maar hangen,” lachte Shanti.
“En Oe had een paddenstoel zien groeien en vond dat een heel mooi avontuur,” zei Mowgli.
“Zo is het,” zei Baloe. “Je hebt het antwoord op je vraag.”
“Vraag?” zei Mowgli verbaasd. “Ik stelde helemaal geen vraag.”
“Jawel,” zei Baloe. “Malchi houdt van het water, Marala houdt van staan, Rikki Tikki Tavi houdt van de actie overdag. Mor houdt van zijn veren, Oe houdt ervan de tijd te nemen.”
“En Mang houdt van het avontuur in de nacht,” zei Shanti.
“Precies,” zei Baloe.
“Maar hij durft niet de vlakte over, want dat is te eng,” zei Mowgli.
“Chil zou hem zo uit de lucht kunnen plukken,” zei Baloe. “Mang heeft gelijk dat hij de vlakte niet oversteekt.”
“Maar… wat was dat nou met die vraag?” vroeg Shanti.
“Voor jullie weggingen vroeg Mowgli wat het belangrijkste is dat ik jullie heb geleerd,” zei Baloe.
“Ja!” zei Mowgli. “Nu herinner ik me het weer.”
“Het belangrijkste wat je leert als je opgroeit, is om te zijn wie je bent,” zei Baloe.
“Dat is een makkie!” riep Mowgli.
“Jij vindt alles een makkie,” lachte Shanti. “Leren om te zijn wie je bent…”
Ze had het gevoel dat ze daar nog even over na moest denken.