De welpen kiezen het ruime sop en gaan op zoek naar de Spaanse zilvervloot. Kapitein Parelbaard ziet een aantal schepen opdoemen aan de horizon. Hij stelt nog wat scherper, en ontwaart een vlag in één van de masten; een Hollandse! En dat schip daar, dat moeten Chinezen zijn. Daar Franse Duinkerkers, Moorse Barbarijsen, Arabieren en aan de andere kant de Grieken. Piraten overal vandaan. “En die zijn hier niet voor niets”, gromt Parelbaard. Zou één van zijn bemanningsleden zijn mond voorbij hebben gepraat in die haven waar ze een halve maan terug gelegen hebben? “Zeker Zwabber weer, ik zal hem kielhalen!”

Na vele omzwervingen is Parelbaard ze eindelijk op het spoor gekomen: de beroemde Spaanse Zilvervloot. Nergens ter wereld kan een piraat een grotere buit maken dan deze varende schatkist. Zilver, parels en kistenvol dukaten. Maar de galjoenen van de Zilvervloot zijn ook vreselijk goed bewaakt, en de vaarroute langs allerlei eilanden is geheimzinnig en zeer moeilijk te volgen. Voor Parelbaard is het duidelijk: hij moet zo snel mogelijk het ruime sop kiezen, voor andere piraten de vloot in het vizier krijgen, liefst vannacht nog. Zal Parelbaard op tijd de Zilvervloot kapen? Of zijn de andere piraten hem voor?

Hij heeft nog een boodschap voor de piraten:

(via: http://www.noordelijkpinksterkamp.nl/npk/welpen/thema)